Pensioenhervorming
Belgische pensioenhervorming, wat staat er nog op de to-do-list?
De laatste jaren hebben veel landen wereldwijd hun pensioenstelsels aangepast, als antwoord op de vergrijzing van de samenleving. België nam hieraan deel, maar behoorde tot de slechtste leerlingen van de klas. Er werden enkele beslissingen genomen en uitgevoerd, maar veel van wat moet gebeuren, werd keer op keer uitgesteld. Wat mogen we de komende jaren verwachten?
De Belgische burgers zijn zich er terdege van bewust dat er nog veel moet gebeuren. Uit een peiling in 2019 bleek dat slechts een kwart van de respondenten vertrouwen had in het vermogen van de overheid om hun pensioenen te betalen, meer dan de helft maakte zich zorgen.
Pensioenhervorming
Voor we kijken naar wat er al gedaan is, een kleine herinnering aan hoe de financiering van de pensioenen in België georganiseerd is. Die pensioenen bestaan uit verschillende onderdelen, pijlers genoemd. Traditioneel worden er drie pijlers genoemd, maar veel mensen vertrouwen op een vierde: het eigen vermogen (woning, spaargeld, …). Voor die vierde pijler is er geen officieel beleid.
De eerste pijler is het ‘officiële pensioen’, een onderdeel van de sociale zekerheid. Die pensioenen worden betaald door bijdragen van werkgevers en werknemers, en een deel door alternatieve financiering/belastingen. De Belgische eerste pijler is genereuzer dan in andere landen, maar de generositeit is zeer ongelijk: ambtenaren krijgen een hoog pensioen, werknemers een vrij laag, en zelfstandigen nog minder.
Om de werknemers een beter perspectief te bieden, is er de tweede pijler: een extralegaal pensioen, betaald door de werkgevers ten voordele van hun werknemers. Waar in de eerste pijler de actieven van vandaag betalen voor de gepensioneerden van vandaag, wordt in de tweede pijler het geld gespaard op individuele rekeningen. Dit is ook het geval voor de derde pijler, waar mensen voor zichzelf kunnen sparen. Pijler twee en drie worden door de federale overheid gestimuleerd via belastingvoordelen.
Als werknemer kan u een aanvullend pensioen in de tweede pensioenpijler opbouwen via het VAPW. Dit is nieuw sinds 2019.U krijgt een fiscaal voordeel van 30% op het gespaarde bedrag.
Meer weten over vrij aanvullend pensioen loontrekkende contacteer dan één van onze medewrkers.
PROBLEMEN
Aangezien België trager is dan andere landen bij de hervorming van het pensioenstelsel, hoeft het niet te verbazen dat het stelsel hier meer kost. Verwacht wordt dat de pensioenen tegen 2060 14,7% van het BBP zullen bedragen, terwijl het EU-gemiddelde “slechts” 12,5% zal zijn. Andere Europese landen doen het veel beter om de kosten in de hand te houden, als we bijvoorbeeld kijken naar landen als Italië of Zweden, zien we dat zij er dankzij hun hervormingen in geslaagd zijn de kosten van de pensioenen gelijk te trekken.
Pensioenhervorming2
Waarom? De eenvoudige verklaring is dat de Belgen lang leven maar slechts een beperkt aantal jaren werken. Als rijk land is de levensverwachting hoog. Maar de loopbanen zijn kort. Omdat men lang studeert, maar vooral door een traditie van (zeer) vervroegde pensionering. Het gaat beter, maar de arbeidsparticipatie van mensen ouder dan 55 blijft lager dan elders.
Het opschuiven van de pensioenleeftijd was dan ook een prioriteit van verschillende regeringen in de afgelopen decennia: de officiële leeftijd (naar 65 voor iedereen, dan 66 tegen 2025 en 67 tegen 2030) en de effectieve leeftijd (door het beperken van de mogelijkheden voor vervroegde uittreding). Verdere maatregelen betroffen de bevordering van verschillende stelsels in de tweede en derde pijler.
TE DOEN
De lijst van wat niet is gedaan, is langer dan die van wat wel is gedaan. Hoe zit het met vervroegd pensioen voor mensen met zware, ongezonde banen (wie, en welke voorkeuren moeten zij krijgen)? Hoe zit het met deeltijdpensioenen? De convergentie van de drie stelsels (gelijke behandeling ambtenaren, werknemers en zelfstandigen). De tweede pijler algemeen maken. Het pensioen voor mensen die voor de plaatselijke autoriteiten werken.
De grootste uitdaging is de algemene hervorming (van de eerste pijler) die duurzaamheid, billijkheid en transparantie moet garanderen. Dit staat bekend als het “op punten gebaseerde pensioen”, een nieuwe berekeningsmethode die een structurele oplossing moet brengen, die ook in andere landen wordt gebruikt.
Tijdens zijn/haar loopbaan zou de werknemer punten verzamelen. Voor elk jaar hangt het aantal punten af van de verhouding tussen het loon van die persoon en het gemiddelde loon. Iemand die bijvoorbeeld 42 jaar lang het gemiddelde salaris krijgt, zou in totaal 42 punten verzamelen.
Na de loopbaan, dus bij pensionering, worden de punten omgezet in euro’s, naar gelang van de pensioenleeftijd. Je pensioenuitkering zou afhangen van je aantal punten, de waarde van zo’n punt en een leeftijdscoëfficiënt. Langer werken zou worden beloond, korter werken ontmoedigd op een financiële manier.
Cijfers geld berekenen
Het problematische deel van het voorstel is de waarde van een punt (hoeveel euro per punt). Die waarde zou pas worden bepaald op het moment van pensionering, door de overheid, op basis van de financiële mogelijkheden op dat moment. De waarde zal in overeenstemming zijn met het gemiddelde inkomen in het land, maar de precieze verhouding moet dan worden vastgesteld.
Een ander voordeel van het systeem is de mogelijkheid van deeltijdpensioenen. Mensen die op oudere leeftijd willen blijven werken, zouden een deel van hun punten kunnen opnemen, terwijl ze tegelijkertijd in deeltijd werken en een deel van de punten blijven verzamelen.
Positief is ook dat je in dit systeem extra punten zou kunnen geven aan mensen met zware, moeilijke beroepen. Elk jaar kan de zwaarte van een baan worden geëvalueerd. Mensen in die banen zullen eerder meer punten hebben en kunnen er dus voor kiezen om op jongere leeftijd te stoppen.
Het puntensysteem is een eerlijk systeem, met oog voor financiële houdbaarheid, maar met het nadeel dat de waarde van een punt onzeker blijft en vatbaar is voor politieke arbitrage.
Pexels steve johnson 963056
EEUWIGE DISCUSSIE
Terwijl de sociale partners en politici blijven discussiëren over de voor- en nadelen van het puntensysteem, is er één idee om de onzekerheid over de waarde van een punt weg te nemen. De berekening zou dan op euro’s in plaats van op punten gebaseerd zijn.
En er zijn ook voorstellen met een andere logica: gewoon meer inkomsten aan het pensioenstelsel geven, zodat de toelagen kunnen blijven zoals ze zijn. Iedereen een minimumuitkering van 1.500 euro geven. De pensioenleeftijd opnieuw verlagen. De tweede pijler veralgemenen en uitbreiden (zodat de eerste minder belangrijk wordt).
Als u moe wordt van deze eeuwigdurende discussie, is er weinig hoop dat wij u kunnen bieden. Pensioenen zijn een zeer ingewikkelde maar ook zeer gevoelige kwestie. Vakbonden zijn zeer conservatief. Niemand is bereid om de rekening te betalen.
Vergelijk dit met de klimaatdiscussie: het onvermogen om nu te handelen zal de zaken in de toekomst alleen maar erger maken.